Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Samuel: [25]Wat hebt gij gedaan? Saul nu zeide: Omdat ik zag, dat zich het volk van mij verstrooide, en gij [26]op den bestemden tijd der dagen niet kwaamt, en de Filistijnen te Michmas vergaderd waren, 25. Dit is geen vraag van een onwetende, maar veel meer een ernstige bestraffing, gelijk Gen.3:13. 26. Samuel is immers op den zevenden dag bij Saul gekomen, alhoewel hij niet even op die ure daar was, in welke Saul hem verwachtte.